BVAS reageert op voorstel VOKA m.b.t. langdurig zieken

De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) erkent dat er excessen bestaan in het gebruik van ziekteattesten. Net daarom nam BVAS op vrijdag 19 september deel aan het overleg met het kabinet van minister Vandenbroucke om constructief mee te denken over mogelijke oplossingen.

BVAS wijst het voorstel van VOKA echter resoluut af. De huisarts kent zijn patiënt het best. Het is dan ook van cruciaal belang dat hij de autonomie behoudt om te oordelen of arbeidsongeschiktheid tot maximaal drie maanden aangewezen is. Het beperken van deze termijn tot één maand ondermijnt niet alleen de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt, maar miskent ook de medische expertise van de huisarts.

Na deze periode van arbeidsongeschiktheid ziet BVAS een belangrijke rol weggelegd voor een zogenaamd trio-overleg, waarin het ziekenfonds, de huisarts en de arbeidsarts betrokken zijn. BVAS benadrukt echter het belang van een neutrale organisatie binnen dit model, met voldoende deelexpertise om een correcte inschatting van arbeidsgeschiktheid te maken. Indien nodig moet ook het advies van een arts-specialist worden ingewonnen.

Hoewel de huisarts zijn patiënt blijft opvolgen bij langdurige ziekte, dringt BVAS erop aan dat deze medische opvolging niet langer gelinkt wordt aan het attesteren van verlengingen van het ziekteverlof. Dat zorgt voor een duidelijke taakverdeling en vermindert de administratieve druk op de eerstelijnszorg.

Tot slot benadrukt BVAS het belang van een digitale aangifte van arbeidsongeschiktheid. Hierbij moet specifieke informatie gedeeld kunnen worden met het trio-overleg. Tegelijk biedt dit een manier om alle betrokken artsen inzicht te geven in vorige en lopende attesteringen.