Pensioen - Regularisatie van studieperioden
Δ De hieronder beschreven regels blijven van toepassing tot 30 november 2017 op pensioenen die vóór 1 december 2018 ingaan Δ
Wie kan regulariseren en voor welke perioden?
De aanvrager moet vóór of na zijn studies gewerkt hebben als werknemer. Deze voorwaarde is eveneens vervuld indien de loopbaan 'gelijkgestelde perioden' omvat (werkloosheid, enz.).
Enkel de jaren vanaf 1 januari van het jaar waarin de aanvrager 20 jaar wordt, kunnen in aanmerking worden genomen.
De volgende perioden kunnen worden beschouwd als studieperioden:
- de jaren waarin daglessen gevolgd zijn die een volledige cyclus omvatten. Een studiejaar begint op 1 september van een jaar en eindigt op 31 augustus van het volgende jaar. Er wordt alleen rekening gehouden met volledige studiejaren;
- de periode van maximum twee jaar waarin een doctoraatsthesis wordt voorbereid;
- de beroepsstages die vereist zijn door de aard van de studies en die onmiddellijk na de studies zijn gelegen.
Een studieperiode kan niet worden geregulariseerd wanneer deze periode kan worden toegekend in een andere Belgische of buitenlandse pensioenregeling.
Studiejaren in een andere lidstaat van EU, gevolgd door een tewerkstelling als werknemer in België en studiejaren in België, gevolgd door een tewerkstelling in een andere lidstaat van de EU kunnen ook worden geregulariseerd op voorwaarde dat er pensioenopbouw is in België.
Wanneer en waar de aanvraag indienen?
Om een studieperiode, een periode tot voorbereiding van een doctoraatsthesis of een stageperiode te regulariseren, moet de aanvrager, binnen een termijn van tien jaar na het beëindigen van de studies, een aangetekende brief sturen naar:
Federale Pensioendienst
Dienst Regularisaties
Zuidertoren
1060 Brussel
Hoeveel is er te betalen?
De persoonlijke bijdrage (waarvan de bijdragevoet momenteel 7,5% bedraagt) wordt berekend op het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Dit bedraagt 1 636,10 EUR, op 01/09/2018, en is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Men houdt rekening met het loon van de maand waarin de regularisatieaanvraag wordt ingediend.
De regularisatie van een studiejaar kost dus:
1 636,10 EUR x 12 x 7,5% = 1 472,49 EUR (index 144,42 sinds 01/09/2018).
Voor de stageperioden en de perioden ter voorbereiding van een doctoraatsthesis wordt de bijdrage berekend op de werkelijke duur van de te regulariseren periode.
Wanneer is er te betalen?
Vooraleer een definitieve beslissing te nemen, deelt de FPD de aanvrager het totaalbedrag van de te betalen bijdragen mee en laat hij ook weten welke de diverse mogelijkheden van betaling zijn.
In dit stadium kan de aanvrager nog altijd geheel of gedeeltelijk afzien van de aanvraag.
De bijdragen worden betaald:
- ofwel in 1 keer, binnen de 6 maanden na de verzending van de definitieve beslissing;
- ofwel gespreid over een periode van maximum 5 jaar in jaarlijkse betalingen, vanaf de datum van verzending van de beslissing. Voor de berekening van de jaarlijkse betalingen wordt er een intrestvoet van 6,5 % per jaar toegepast.
De aanvrager ontvangt automatisch een fiscaal attest voor de bedragen die in de loop van een jaar gestort zijn. Dit document kan worden gebruikt voor de belastingaangifte, op voorwaarde dat de aanvrager zelf de bijdragen betaald heeft.
Wat is de invloed op het pensioen?
In de pensioenberekening wordt het minimumloon, waarop de bijdrage werd betaald, geherwaardeerd door het te vermenigvuldigen met de huidige index en te delen door de gemiddelde index van het jaar van de regularisatieaanvraag.
Op 01/09/2018 bedraagt de pensioenverhoging voor één geregulariseerd studiejaar:
- 327,22 EUR aan het gezinsbedrag
- 261,78 EUR aan bedrag alleenstaande
De regularisatie van de studiejaren geeft niet altijd een pensioenverhoging.
Als u bijvoorbeeld een rustpensioen en een overlevingspensioen cumuleert, kan dit laatste pensioen verminderd worden om het cumulatieplafond niet te overschrijden zodat het totaal pensioen dan ook niet zal verhogen. Soms moeten er in de pensioenberekening dagen worden weggelaten wanneer de eenheid van loopbaan wordt overschreden en kunnen dit mogelijks de geregulariseerde studieperiodes zijn.
In deze gevallen worden de onnodig gestorte bijdragen niet terugbetaald.
Vervroegde ingangsdatum
Voor pensioenen die ingaan vóór 1 januari 2013 is een loopbaan van 35 jaar vereist om het recht op vervroegd pensioen te openen.
Sinds 2013 worden de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden geleidelijk verhoogd volgens het onderstaande schema:
Datum | Minimumleeftijd | Loopbaanvoorwaarde | Uitzonderingen lange loopbanen |
---|---|---|---|
2012 | 60 jaar | 35 jaar | / |
2013 | 60,5 jaar | 38 jaar | 60 jaar, bij loopbaan van 40 jaar |
2014 | 61 jaar | 39 jaar | 60 jaar, bij loopbaan van 40 jaar |
2015 | 61,5 jaar | 40 jaar | 60 jaar, bij loopbaan van 41 jaar |
2016 | 62 jaar | 40 jaar | 60 jaar, bij loopbaan van 42 jaar 61 jaar, bij loopbaan van 41 jaar |
2017 | 62,5 jaar | 41 jaar | 60 jaar, bij loopbaan van 43 jaar 61 jaar, bij loopbaan van 42 jaar |
2018 | 63 jaar | 41 jaar | 60 jaar, bij loopbaan van 43 jaar 61 jaar, bij loopbaan van 42 jaar |
2019 | 63 jaar | 42 jaar | 60 jaar, bij loopbaan van 44 jaar 61 jaar, bij loopbaan van 43 jaar |
Meer info HIER over vervroegde ingangsdatum (werknemersstelsel)
Wat gebeurt er in geval van overlijden?
De rechten worden overgedragen aan de langstlevende echtgenoot. Als de overleden echtgenoot zijn studieperioden niet heeft geregulariseerd, heeft de langstlevende echtgenoot het recht om dit alsnog te doen. Dit dient te gebeuren binnen de 10 jaar na het einde van de studieperiode.
Kan u vroeger met pensioen door regularisatie van studieperiodes?
De geregulariseerde studieperiodes worden enkel opgenomen in de berekening van het pensioenbedrag maar tellen niet mee voor de loopbaanvoorwaarden voor het vervroegd pensioen.
Bron: www.onprvp.fgov.be