Radiofrequente pijnbehandeling

Deze rubriek is enkel een hulpmiddel en vervangt niet de authentieke teksten die aan de basis liggen van deze gegevens, in het bijzonder de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 en de opeenvolgende wijzigingen hiervan zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, de desbetreffende omzendbrieven aan de verzekeringsinstellingen en aan de zorgverleners en de instructies via magnetische drager.

Vanaf 1 december 2023 worden twee nieuwe nomenclatuurcodes ingevoerd voor de radiofrequente pijnbehandeling van perifere zenuwen onder medische beeldvorming voor knie- en schouderpijn.

Art. 12 Anesthesiologie

De nieuwe verstrekkingen 202112 - 202123 en 202134 - 202145 kunnen slechts één keer per behandeld gewricht per kalenderjaar worden aangerekend voor de osteoarthritis van de knie of de schouder en persistente postoperatieve pijn (PPSP) na knie- of schouderoperatie.
Tevens mogen deze verstrekkingen enkel worden aangerekend worden als het medisch dossier de bewijzen bevat dat de volgende conservatieve behandelingen geprobeerd zijn gedurende minstens 6 maanden zonder klinische beterschap: kinesitherapie of fysiotherapeutische revalidatie, pijnstillers, gewrichtsinfiltratie met steroïden.

Ook moet er tussen de aanrekening van beide verstrekkingen 202112 - 202123 of 202134 - 202145 en de aanrekening van de verstrekking 202694 - 202705 (cryotherapie van de zenuw) dient een attesteringsinterval te zijn van 12 maanden, indien deze voor dezelfde indicatie en hetzelfde gewricht wordt aangewend.
De tijdens de procedure gebruikte medische beeldvorming is inbegrepen in het honorarium van deze verstrekkingen.
 
De verstrekkingen 202112-202123 en 202134-202145 zijn ten slotte niet cumuleerbaar met een raadpleging.