RIZIV-persbericht: sociaal statuut van zorgverleners

14 december 2016

Verschillende zorgverleners hebben toelichting gevraagd m.b.t. de draagwijdte van artikel 17 van de Wet van 18 december 2015 tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter t.o.v. de rustpensioenen. 

Sociaal statuut van zorgverleners – Precisering over de bijdrage van het RIZIV in een vrij aanvullend pensioen

Verschillende zorgverleners hebben toelichting gevraagd m.b.t. de draagwijdte van artikel 17 van de Wet van 18 december 2015 tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter t.o.v. de rustpensioenen. 

Dit artikel voorziet, in de regelgeving betreffende de VAPZ (vrij aanvullend pensioen zelfstandigen), dat de aanvullende pensioenprestatie vereffend wordt bij pensionering, d.w.z. de effectieve opname van het wettelijk pensioen. Dit betekent dat een gepensioneerde zelfstandige door het feit van zijn pensionering geen VAPZ meer kan opbouwen, hetwelk vóór deze wet reeds het geval was voor zelfstandigen die zelf de VAPZ bekostigden. 
Sinds aanname van deze wet stelt zich de vraag of de sociale voordelen voorzien door de gecoördineerde wet op de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (GVU-wet), nog steeds kunnen bestaan uit een bijdrage van het RIZIV in een VAPZ van het type als voorzien in de gecoördineerde wet. 
  
Na overleg tussen de Beleidscellen van de Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, de Minister van Pensioenen en de Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie, kan volgend antwoord worden gegeven volgens de situatie van de zorgverlener.


Bron: RIZIV

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.